Commentaar, Gastenboek en/of Andere Zaken.

- Commentaar kan geleverd worden door via reacties (onder mijn berichten) te reageren.
- Mail kan via het envellopje dat onder mijn berichten staat.

- Het tekenen van het gastenboek kan met klikken op:

>>>>>>> G A S T E N B O E K <<<<<<<

--> In rechterkolom staat het Blogarchief.
--> In rechterkolom staat het Labelarchief.
--> Voor terug bladeren weblog zie onder de pagina:
Oudere Berichten

================================

================================



Klik op het beeld voor meer gegevens.

================================


================================
>>>> Mijn video's op YOUTUBE <<<<

(Kies video, plaats muis op
beeld en
klik daarna op pijl
of ga rechtstreeks naar mijn
video kanaal KLIK HIER)

Hoi allemaal

Hoi allemaal
Een groet van mij, Emanuele, uit het verre Italië. Veel plezier op de weblog van mijn opa.

vrijdag 29 december 2017

Toen

Gezien vanuit het heden.
Is de ene 'toen'.
Wat langer geleden.
Dan de andere 'toen'.
Hoe dan ook, het is verleden.
We zullen het er gewoon mee moeten doen.

donderdag 28 december 2017

Kneus

En heus.
Een bril op je neus.
Maakt je niet amoureus.
Ambitieus.
Of religieus.
En zeker geen kneus.

Pek en veren

Ik zag twee heren.
Zich amuseren.
Door zich in te smeren.
Om met pek en veren.
Te flaneren.
Ik kon het niet waarderen.
En ging ze leren.
Te proberen.
Accepteren.
Dat pek en veren.
Niet staat bij heren.
Maar dat veren.
Bij dames horen.
Om heren te bekoren.

zondag 24 december 2017

Dinosaurus

Nou moet het niet gekker worden.
Dit is gevaarlijk.
Dit is rottig.
Zéér!

Het is niets dat men, nu de hondenbelasting zo hoog is, overgaat tot de aankoop van dinosaurusjes.
Het lijkt immers zo leuk.
Het lijkt immers zo schattig.
Máár kleine dinootjes worden grote dino's.
En dan komen de problemen.
Waar laat je bijv. een dinosaurusmand van 15 meter in doorsnee?
En wat de denken van Dinosaurus poep?
Kubieke meters.....!
Dat kan toch niet?

Bovendien de opvoeding van een dinosaurus is geen sinecure.
Lees bijv.:
"Hoe breng ik een dinosaurus tot volwassen wasdom?"
Zesduizend bladzijden.
Kleine lettertjes.
Wie heeft tegenwoordig nog tijd om dat te lezen?
Laat staan te bestuderen.

Bezint eer ge begint.
Waar blijven onze volksvertegenwoordigers?
Link.
Bloedlink.
En duur ook.
Ze lusten slechts gevulde koeken van de Hema.
Voor mij, voor ons, blijven slechts slagroomtaarten over.

Dit kan echt niet langer.
Maak je sterk en protesteer mee.
Laat uw stem horen.
Stem de ADP.
De Anti Dinosaurus Partij.
Stem nu!
Voor het te laat is.
.

zaterdag 23 december 2017

Yvonne Teekamp.

22 december 2017
Yvonne Teekamp:

Drie jaar lang ben ik cliënt van de voedselbank geweest. Van 2010 tot en met 2013. En dat was zwaar. Vooral het laatste jaar stond ik vaak thuis huilend de tassen met gratis boodschappen uit te pakken. Verraden en in de steek gelaten voelde ik me. Want je woont in een rijk Westers land en hoe is het dan in vredesnaam mogelijk dat je inkomen dermate laag is dat je niet zelf kunt zorgen voor eten op tafel? Ik schaamde me ook en wilde liever niet dat mensen het wisten. Dan stond ik te wachten in de rij bij het afhaaldepot hier in de buurt en vroeg ik me af: 'Wat doe ik hier? Hoe kan dit?' en propte ik de boodschappen in tassen van AH of de Dirk zodat het net leek alsof ik naar de winkel was geweest. Het waren moeilijke jaren. Ik heb het nog steeds niet breed en ik moet elke cent omdraaien en nog kom ik niet uit maar de bittere armoede van destijds heb ik overleefd en achter me gelaten. De herinneringen blijven en tegen al die mensen die niet weten hoe het is om voor je eten op die manier afhankelijk te zijn van liefdadigheid wil ik zeggen dat het je blijvend verandert. Je eigenwaarde maar ook je vertrouwen in de samenleving waarin je woont krijgen zo'n opdonder, je kunt je er zó klein, vernederd, onzichtbaar en eenzaam door voelen. Drie jaar lang. Omdat mijn jongste (die toen nog thuis woonde) en ik anders honger moesten lijden. In Nederland. En rond kerst mochten we kiezen. 'Wilt u een rollade of een hele kip, mevrouw?', want dan kon je tenminste iets 'speciaals' op tafel zetten met de feestdagen.

Nou is het Glazen Serieus Request-Huis weer begonnen en dit jaar wil men geld inzamelen voor mensen (gezinnen) die elkaar kwijt zijn geraakt door de gevolgen van oorlogen en (andere) rampen. Ik wil het niet hebben over het salaris van de directeur en de scheve agenda van het Rode Kruis. En ik wil het ook niet hebben over het nut van dit soort acties. Mij gaat het om het doel. De hereniging van mensen en dan heb ik het niet over Miep die al twee jaar haar oom Jaap niet heeft gezien omdat hij naar Australië is verhuisd. Dit gaat om mensen, volwassenen en kinderen, die op de vlucht voor oorlogs -en natuurgeweld gescheiden zijn geraakt van hun dierbaren. Dat kost een hele hoop en daarom vraagt het Rode Kruis om onze financiële steun.

Wat ook weer is begonnen is de stroom aan anti Serious Request berichten op Facebook. Men is verontwaardigd omdat er geld wordt ingezameld voor hulp aan mensen in het buitenland (lees: buitenlanders) in plaats van hulp hier in Nederland (lees: eigen volk), waarbij met name het (inderdaad trieste) feit dat hier mensen leven die zo arm zijn dat ze naar de voedselbank moeten, gebruikt wordt als argument. Dat het schandalig is dat wij sowieso een voedselbank hèbben, daar ben ik het mee eens. Dat in dit land een bepaalde bevolkingsgroep zó genaaid en in de steek wordt gelaten door de overheid, is ook om heel boos van te worden.

Maar ik zal je wat zeggen. Want stel ik zou moeten kiezen. Of weer naar de voedselbank of door bijvoorbeeld een overstroming die doet vrezen dat er toch zoiets bestaat als de zondvloed, gescheiden raken van mijn kleinkind. Doe mij dan maar die voedselbank. Zelfs na die drie jaar mijn handje moeten ophouden voor verdomme de dagelijkse maaltijd, voor tampons, een koekje, kaas, afwasmiddel, noem maar op, zelfs na al die misère. Het idee dat ik bijvoorbeeld Marley, want ik heb haar vaak onder mijn hoede, zou kwijt raken in de chaos... Mijn hart breekt. Ik wil er niet eens aan denken. Haar angst, paniek, ze moet zó bang en in de war zijn, alleen, zonder ouders, zonder oma. En dan wonen wij nog in een land met goede faciliteiten maar je zal toch maar ergens in een dorpje in een arm land leven. Zien we elkaar ooit terug, levend en wel? En zo ja, wanneer en vooral hoe dan want ik zit ergens in een tentje in opvangkamp A en waar is Marley? Ik zou bijkans kapot gaan van de zorgen om haar. Liever moet ik drie jaar terug naar de voedselbank dan dat die kleine meid en ik elkaar drie dagen kwijt zouden zijn, helemaal onder omstandigheden die op zich al traumatiserend genoeg zijn. Laat staan drie maanden, drie jaar... Je ergste nachtmerrie.

Protesteren tegen de armoede in Nederland juich ik toe. Van mij mag je iedere dag laten blijken wat een schande dat is. Maar stop alsjeblieft met het delen en plaatsen van die 'eigen volk eerst'- berichten waarin de ellende van mensen zoals ik destijds gebruikt wordt om je gelijk te halen. Niet over de ruggen van cliënten van de voedselbank (waar trouwens óók mensen, vluchtelingen, komen die gescheiden zijn geraakt van hun gezin). Hou op met het gebruiken van mijn leed om te klagen over steun aan mensen die lijden buiten Nederland. Het maakt me pissig. Je helpt er niemand en niets mee, ook niet de voedselbank zelf. We zijn allemaal mensen, we delen deze wereld en het leed van bijvoorbeeld een eenzaam kind in een vluchtelingenkamp is ook mijn leed. De ver-van-mijn-bed-show is een leugen. Je geografische afkomst bepaalt niet of je recht hebt op hulp of niet. Dát is waar ik in geloof en elke keer wanneer de armoede hier gebruikt wordt als argument om mensen ergens anders niet te helpen voel ik me weer genaaid maar nu om een andere reden. Je praat niet namens of voor mij want dan zou je iets heel anders zeggen. Gun toch verdomme een ander wat je zelf voor geen goud zou willen missen!

Midden Oosten

Net als de meeste Nederlanders was ik niet bijzonder op de hoogte van het reilen en zeilen in het Midden-Oosten.
Wel was het voor mij duidelijk dat er een zekere stabiliteit was.
Niet volgens onze democratische spelregels maar dat was in eerste instantie hun en niet onze zaak.
Toen besloot het westen onder leiding van Bush de zaak te reorganiseren.
We zien en voelen het resultaat.
Blijf met je poten af van een sluimerend vuur.
Het kan alleen maar opgestookt worden.
Het brandt.
Fel.
Wie zijn de echte oorlogsmisdadigers?

Hoe komt het nou dat de politiek en z.g.n. deskundigen niet zagen wat Jan met de pet wél zag?
.

vrijdag 22 december 2017

Overdenking

Herhaalde overdenking
-------------------------------------

Ik liep op straat.
Het schemerde.
Ik keek naar beneden.
Ik zag de tegels.
Ik keek voor me uit.
Ik zag de gesloten winkels, de huizen, de straatlantaarns.
Ik keek omhoog.
De toren van de Lambertus scherp afgetekend tegen de donker wordende hemel.
Respect voor hen die de tegels maakten.
Die de winkels en huizen bouwden waardoor een straat mogelijk was geworden.
Tevreden met hen die de Lambertskerk bouwden.
Zij die nu reeds lang dood zijn.
Tevreden met het kunnen en het kennen van de mens.
Groots.
Ik keek naar de punt van de toren.
Hoog daar boven de lichten van een verkeersvliegtuig.
Ik zag een ster.
Ik zag nog een ster.
Ik zag meerdere sterren.
Ik bevind me in een melkweg.
Onze Melkweg.
Bezaaid met miljoenen sterren.
Eén van de melkwegen in een heelal
Collega van miljoenen andere melkwegen.
Groots in hun eindeloze grootheid.
Hoezo tevreden?
Hoezo trots?
Hoezo de mens en zijn grootheid?
Grootheidswaanzin!
Wij, hele kleine ruzie makende speldeknopjes.
Nietig in tijd en ruimte.
De mens groot?
De mens groots?
Ach kom.
Na ons kleine bestaan weer ruziemakende en moordende generaties.
Groots in hun kleinzielige kleinheid.

Met gelukkig ook veel liefde.
En liefde wint uiteindelijk altijd.
Wat een troost.

Fijne feestdagen en een bijzonder gelukkig 2017

Johan
.

Scheiden

Na het splitsen van hun wegen.
Kwamen ze elkaar na jaren tegen.
                 "Hoi" zei zij.
                 "Hoi" zei hij.
Dat was alles wat ze zeiden.
Ze waren niet voor niets gescheiden.
.

woensdag 20 december 2017

Sabeltandtijger

Met veel geluk was ik vijf jaren geleden in de gelukkige omstandigheid om uit een nest Sabeltandtijgers een keuze te mogen maken.
Ik zocht een fraai mannetje uit.
Inmiddels volwassen.
Aardig beest hoor, daar niet van, maar wat een werk.

Ik heb me nooit gerealiseerd dat drie maal per dag de sabel en andere gebits onderdelen moeten worden gepoetst.
En daar houdt ie niet van.
Wat een klus en wat een tandpasta.
Dat laatste koop ik per treinwagon in maar voor je het weet ben je er weer doorheen.
Pff.
Dure grap.

Nog een geluk bij een ongeluk; hij valt niet onder de hondenbelasting.
Wel bestaat er de mogelijkheid dat dit via een AMVB (Algemene Maatregel Van Bestuur) door onze regering alsnog wordt geregeld.
Dat hangt van drie mensen af

Waarschuwing voor de liefhebbers:
Bezint eer ge begint.

maandag 11 december 2017

Morgen en vandaag

Maak je geen zorgen.
De week vordert gestaag.
Morgen komt morgen.
Maar vandaag is het vandaag.

Jongleren

Jongeheren, jongleren moet je jong leren leren anders ga je het jongleren nooit goed leren en snel verleren.

Voor je beurt

Een spreekbeurt wordt pas een spreekbeurt als je aan de beurt bent om te spreken.
Vóór die tijd is het hooguit uit een schrijfbeurt, tenminste als je de tijd hebt om je tijd voor die beurt vrij te maken.
Heb je die tijd niet, dan schrijf je de schrijfbeurt vóór je beurt.
De beloning beur je pas als je aan de beurt bent geweest om je schrijfbeurt om te zetten in een spreekbeurt.
Vanzelfsprekend dient het zo te gebeuren.
Nooit dus, ik herhaal, nóóit vóór je beurt spreken.
Anders kom je niet aan de beurt en moet je de beurt aan je voorbij laten gaan.
Er gebeurt dan iets dat niet zo hoort te gebeuren.
En ja, wat gebeurt er dan?
Dan beur je niks.

Buitenlands

Mijn kennis van het buitenlands is extreem groot.
Want.....

Ik raak aardig van de kook.
Want er zat niet in Facebook.
't Gehoopte bericht van Iene.
Waarschijnlijk nog in de pipeline.
Als ik haar moet write.
Zal me dat zeer verdriete.
Iene ga je schamen.
Amen.

DQ

zondag 10 december 2017

Kerstlicht

Vroeger hadden we een echte boom.
Met echte kaarsjes en een echte emmer.
Vol water.
Toen kwam de echte boom met kunstkaarsen.
Én veilig én niks waard.
Maar...., het went.
Toen kwam de kunstboom met kunstkaarsen.
Én handig én niks waard.
Maar....., het went.

De kunstkaars en de kunstboom.
De kaars is geen echte kaars meer.
De boom is geen echte boom meer.
De lamp is geen echte gloeilamp meer.

Ledjes in allerlei kleuren.
Ach, alles went.
Mijn boom is gekrompen tot 30 cm.
De lampjes krompen mee.
Mijn kerstsfeer past in één AH plastic zak.

Een boom opzetten is nog nooit zo eenvoudig geweest.

zaterdag 9 december 2017

Schoolreisje

Ik was jong, zo vlak na de oorlog.
Geld was er niet.
Ook op de lagere school was het aardse slijk niet voorhanden
Dat had gevolgen o.a. voor de schoolreisjes.
Die bereikten afstanden van rond de 10 km.
Het was prima zo.
We wisten niet beter en hadden een plezier dat niets met afstand te maken had.
Dit plezier beleefde zijn hoogtepunt in een speeltuin in Bergen.
We kwamen in Bergen met Bello, het kleine stoomtreintje.

Enige tijd geleden was ik daar weer eens.
Geen speeltuin meer te bekennen.
Weg.
Pleite.
Evenals Bello, hoewel bekend, toch helaas.

Als ik mijn ogen sluit zie ik de speeltuin van toen.
De huidige situatie, zoals ik die kort geleden zag, kan ik niet binnen mijn beeld krijgen.
Hoewel zoveel recenter.
Gek is dat.
.

woensdag 6 december 2017

RPI

Ik heb dienst geweigerd.
Zes en vijftig jaar geleden.
Waar blijft de tijd.
Ben in mijn weigering, gelukkig, erkend
Anders had ik een paar jaar in de bak gezeten.
Te werk gesteld werd ik als verpleger in een psychiatrische inrichting in Eindhoven.
(Achteraf gezien de mooiste en onbezorgdste tijd van mijn leven)

We zaten met onze handen in het haar over een patiënt die altijd alle ramen in gooide.
Tot we het briljante idee kregen om hem koning van de ramen te maken.
Nooit meer kapotte ramen gehad.

Een zwaar gestoorde patiënt praatte niet.
Behalve zondags.
Dan ging hij om 10 uur naar de tuin en hield een lange preek.
Volkomen onverstaanbaar.

Een oudere man zat al tientallen jaren in de inrichting.
Niemand heeft hem ooit horen praten.
Behalve ik.
Toen ik afzwaaide gaf hij me met tranen in de ogen  een voorraadje rolletjes pepermunt.
Zelfs nu, als ik er aan denk, ben ik weer ontroerd.

Tja......
.

Draad tussen buur jongens.

Alkmaar.
Ruim 60 jaar geleden.

Samen met de buurjongen hadden we een kabeltje naar elkaars huis aangelegd.
Dwars over de openbare weg.
Vonden we geen probleem en was het ook niet.
Bijna niemand had immers een auto.
Ja, de melkboer.
Die had een dochter die gehandicapt was.
Vervoer was dus belangrijk voor hen.
Mijn vader was wel modern.
Hij was gemotoriseerd.
Hij had een bromfiets.
Een Solex.
Ergens bezit ik nog zijn brommerrijbewijs.
Gehaald met het rijden van een paar rondjes om het politiebureau.

Geen idee meer hoe we aan draad zijn gekomen.
Ergens op de kop getikt.
Evenals twee oude en totaal versleten doch werkende telefoonhoorns.
Eveneens vergeten hoe dat tikken in zijn werk was gegaan.
Moet niet eenvoudig geweest zijn.
Er was niets.
We hadden niets.
En zeker geen geld.

Een schakelaartje op de trap was snel gemonteerd.
Onder de trap bekleding.
Die werd strak gespannen door een roe op elke traptrede.
De bedoeling was dat een zacht zoemertje overging als pa of moe de tap bestegen.
Dat was in de tijd dat kinderen nog vroeg naar bed gingen en in de winter de ijsbloemen op de ramen stonden en het water in de beker bevroor.
Oei, 's nachts naar de wc beneden.
Zoooo koud.
Dat was echter niks vergeleken met de poepdoos bij mijn opa en oma in Enkhuizen.
Die was buiten.
In de tuin.

Beseffen we wel voldoende hoe goed we het nu hebben?
Zelfs kaas en worst op brood.
Wij moesten het met suiker doen.
We waren niet de enigen.
Zelfs, helaas, nu in 2017 in het zo rijke Nederland niet.

Ach, herinneringen aan die tijd borrelen op.
Kan blijven schrijven.
Heb daar nu geen trek in dus pak ik de draad van het verhaal weer op en ga terug naar de draad tussen mij en mijn buurjongen.
Als hij niet beschikbaar was lag ik te lezen.
Onder de dekens.
Een trafo stuurde een fietslampje aan.
Voldoende leeslicht.
Was hij wel beschikbaar dan waren we lekker aan het kletsen.
Zacht!
En soms samen schaken bij het licht van het fietslampje.
Een heel gedoe want wat te doen als het waarschuwende zoemertje zacht zijn gezoem liet horen?
Waar laat je een schaakbord met opgestelde stukken?
Het enige dat je kon doen was het licht uitdraaien en je stil houden.
Net doen of je sliep.
Licht uitdraaien...
Met de hand.
Ha, letterlijk.
Schakelaars hadden we niet.
Dus het hete lampje snel bedekken met de dekens of uitdraaien.
Au!

Buurjongen had ook een microfoon in de huiskamer gelegd.
Zijn ouders vonden dat geen goed idee.
Jammer want wij vonden het juist wel een aardig idee.
Gelukkig ontdekten ze het pas na een week zodat we toch een genoeglijke en leerzame periode hebben gehad

Goh, wat zou dat technisch nu gemakkelijk gaan.
Geen draad.
Geen transformator.
Geen fietslampje.
En geen ouders die moeilijk doen over slapen gaan...
Maar zou er net zoveel spannend plezier zijn?
Ik waag het te betwijfelen.
Ik waag ook te betwijfelen of de kinderen over ruim 60 jaar een vergelijkbaar verhaal op hun mobieltje kunnen gaan schrijven.
Want.....
Hoe ziet de wereld er over ruim 60 jaar uit.
Ik waag het niet te twijfelen.
Ik weet het niet.
Niemand!

donderdag 30 november 2017

Verspilde voedsel

2015

Vanmorgen zaten we aan het ontbijt in de eetzaal van een hotel in Amsterdam.
Een luxe en duur hotel.
Té duur voor ons maar nu goed te doen aangezien we de hotelovernachting mét ontbijt aangeboden hadden gekregen.
Het was een prima en uitgebreid ontbijt.
De kunst is dan om niet teveel broodjes en lekkernijen tegelijk op je bord te plaatsen.
Immers meerdere wandelingen naar de vetpotten (bijbelse uitdrukking) kan geen probleem zijn.
Hoort geen probleem te zijn.
Vonden wij.
Enige tafeltjes van ons verwijderd zat een stel dat daar anders over dacht.
Borden zo vol gestapeld dat het te voorspellen was dat de blikken te groot en de magen te klein waren.
Het gevolg was dat de hele voortreffelijke, op elkaar gestapelde, mikmak moest worden opgehaald.

Wij keken er naar en voelde een bijna fysieke pijn.
.

dinsdag 28 november 2017

Een jonge vrouw

Een jonge vrouw uit Hengelo.
Vond haar leven maar zozo.
Ze wilde daarom streven.
Naar meer spanning in haar leven.
Dus was de knoop snel doorgehakt.
En stopte ze haar vingers in het stopcontact.

vrijdag 24 november 2017

De put

De put.
In een overkapte ruimte.
Een ruimte behorend bij twee huizen.
Een put door de Moren gebouwd
Een put die de tijd verslagen heeft.
Eeuwenoud.
Gevuld met geheimen.
Geheimen van leven en dood.
Van liefde en haat.
Van vreugde en verdriet.
Stenen spreken niet.
Zij omvatten en beschermen.
Beschermen leven brengend water.
Toen.
Nu.
De put waar wij met weemoed en verlangen naar keken.
Sebo en ik.
Die put is er nog steeds.
Die put verzamelt nog geheimen.
Ik denk er aan en kijk naar buiten.
Het regent.
.

zondag 12 november 2017

Gedichtje

Alles is al gedacht.
Alles is al beschreven.
Bedacht ik deze nacht.
Daar kon ik best mee leven.
Het bed was warm, het kussen zacht.
Ik draaide me om.
Tevreden.

donderdag 9 november 2017

Gedichtje

Na het splitsen van hun wegen.
Kwamen ze elkaar na jaren tegen.
                 "Hoi" zei zij.
                 "Hoi" zei hij.
Dat was alles wat ze zeiden.
Ze waren niet voor niets gescheiden.
.

vrijdag 3 november 2017

Huizen Alkmaar en Enkhuizen

Mijmeringen.

Als ik geld over zou hebben, zou ik in Enkhuizen mijn geboortehuis kopen evenals het huis van mijn opa en oma aldaar wat tevens het geboortehuis van mijn moeder is.
In Alkmaar zou ik het huis kopen waar ik opgroeide.
Waarom?
Eigenlijk weet ik dat niet precies.
Nostalgie speelt mee maar is niet het complete antwoord.
Heb slechts drie jaar in mijn geboortehuis gewoond.
Kan me slechts een lange, wat aflopende, gang herinneren.
Uit de oorlogstijd kan ik me in het huis van opa en oma zwart papieren verdonkeringsgordijnen herinneren.
Beide herinneringen zijn niet absoluut en zouden me aangepraat kunnen zijn.
Ik was zo jong.
Andere herinneringen aan dat huis zijn zeker juist.
Vanuit Alkmaar kwamen we daar tijdens vakanties.
Ik herinner me de geur van een brouwerijtje tegenover het huis.
Geluid van trappelende paardenhoeven en rammelende karren.
Klinkende melkbussen.
Loeiende misthoorns over het onstuimige water van een brullend IJsselmeer.
Ik herinner me al die geluiden die ik waarnam vanuit mijn warme bed.
Ik herinner me de geur van drogende zoete appels die achter een schot onder het schuine dak lagen.
Ik herinner me "struinen".
Het spannend zoeken naar geheime dingen in krakende donkere kasten.
Ik herinner me het beeld van mijn opa die als schoenmaker spijkertjes tussen zijn lippen had.
Lippen als derde handje.
Ik herinner me zijn zware gietijzeren machines.
Ik zie ze nu zelfs voor me.
Ik herinner me een ijskoud hokje buiten in de tuin.
Daar waar behoeften in een houten tonnetje gedaan moesten worden.
Ik herinner me de geur......

Alkmaar, waar ik opgroeide.
Een huis in een bijzondere wijk pal achter het station.
Een bijzondere wijk, in eerste instantie gebouwd voor oorlogsvluchtelingen uit Den Helder.
Ons huis, wit geverfd  om te verhullen dat het met verschillende soorten stenen was gebouwd.
Stenen die kwamen uit huizen die niet meer bestonden.
Dit in een gebied waar veel vroeger de Spanjaarden tijdens het beleg gelegen hadden.
80 jarige oorlog.
Alkmaar Ontzet.
Ach ja.
Ik herinner me het huis als een plek voor velen.
Een huis waar velen zich welkom voelden.
Een huis waar de jeugd zich prettig voelde.
Een huis waar ook bijzondere dingen gebeurden.
Een huis waar o.a. Anne van der Bijl een huisvriend was.
Hij, voor velen onbekend.
Voor velen wel bekend.
(Wikipedia)
Een huis waar ook anderen kwamen die later de zending in gingen.
Zowel naar het verre Oosten als naar het verre Westen.
Alkmaar, de stad waar ik mijn vrouw ontmoette.
De stad die er daardoor mede voor zorgde dat ik nu in het bezit ben van 6 fantastische kleinkinderen.
Toevallig de mooiste van de wereld.

Ja, ik zou deze huizen willen kopen.
Ik weet niet waarom.

donderdag 2 november 2017

Een brave borst uit Twente

Een brave borst uit Twente.
Huppelend in de lente.
Kreeg tot zijn grote schrik.
Plotseling de hik.

Benauwd sprak hij: "Ik stik".
Waarop een mooie assistente.
Hem de rug beklopte
En het hikken stopte.

Haar blik.
Bezorgde hem een kick.
Weg was hik.
"Verliefd ben ik.'
Dacht verschrikt.
Door dit gevoel verplicht.
Er totaal niet aan gewend.
De Twent.

Zo was.
Alras.
De hikkende verstikkende ergenis.
Start van een gelukkige verbintenis.

Schrik dus nooit van pech.
Naderend geluk ligt op je weg.
Beiden lopen dit pad nu samen.
                         Amen.
.

dinsdag 10 oktober 2017

Enkhuizen. De muur

Er zijn muren en er zijn muren.
Er zijn muren die je buitensluiten.
En er zijn muren die het gevaarlijke buiten, buitensluiten.
De oude zeemuur in Enkhuizen is er zo een.
Voor dat het meer een meer was, was het meer een zee.
Een soms woeste binnenzee.
Een zee die hongerig zijn natte vingers uitstrekte naar het land.
Het land achter de muur.
Een zee waar men rijkdom uithaalde  en waarmee men rijkdom binnenhaalde.
Rijkdom uit verre, verre streken.
Toen ik jong was voelde ik romantiek als ik langs die muur liep.
Een romantisch gevoel bij oude praktijken die bepaald niet erg romantisch waren.
Maar ja, ik was klein en jong.
Zonder ervaring en met gebrekkige kennis.
De muur was hoog en oud.
Met veel historie aan zijn kant.
Als die kon spreken?
Hij zou spreken over afscheid, over verdriet, over pijn en verlies.
Over harde en gevaarlijke arbeid.
Maar ook over winst en blijdschap.
Ik was een beetje een boos jongetje.
Water aan de ene kant.
En land aan mijn kant.
Een boos jongetje want ik kon niet over de muur heen kijken.
Ja daar waar klimijzers waren aangebracht.
Daar wel.
Dat klimmen, brrr best eng.
Zo diep aan de andere kant.
Zo veel water.
Nu kijk ik over die muur heen.
Ouder, mogelijk iets wijzer, en met iets meer ervaring maar nog steeds gevoelig voor de historie van de muur.
Nu ik er met gemak overheen kan kijken zie ik land.
Land waar toen water was.
Een dijk waar toen water was.
Ach ja....
De vooruitgang nietwaar?
.

Dienstplicht en Rekken

Ooit, 150 jaar geleden, heb ik dienst geweigerd.
Of ik dat nu zou doen?
Ik weet het niet.
Een groot probleem zal altijd zijn en blijven het feit dat anderen uitmaken wie mijn vijanden zijn.
Dat is een onvoorstelbaar gegeven voor me.
Enfin, als gevolg van die beslissing werd ik geruime tijd als "broeder" tewerkgesteld in de Rijks Psychiatrische Inrichting (R.P.I.) in Eindhoven.
Dat was, vooral achteraf gezien, een hele goede tijd.
Misschien had ik daar na mijn diensttijd moeten blijven.
Wat zou mijn leven er onvoorspelbaar anders uit zien.
Je kunt daar hoogstens over speculeren.

Ik was jong en naïef, keek met respect naar deskundigen die het allemaal zo zeker wisten...!
Dat was de instelling waarmee ik mijn werk met mensen voortzette in de Rekkense Inrichting, inderdaad in het Gelderse Rekken.

Dat ik met mensen zou gaan werken was min of meer vanzelfsprekend omdat ik uit een gezin kwam waar mensen centraal stonden.
Omdat dit een christelijk gezin was, was de keuze voor een christelijk internaat ook niet zo vreemd.
Christelijk?
De neutrale inrichting waar ik eerder werkte was christelijker dan de christelijke Rekkense Inrichting.
De verplichte zondagse kerkgang maakte het er niet christelijker op.

Al snel botste ik op een sfeer die de mijne niet was.
Maar gezien het feit dat ik in dit soort werk, het werk met de zogenaamde zeer moeilijk opvoedbare jongeren, een volkomen vreemde was vertrouwde ik meer op de deskundigheid van "wetenschappelijke" medewerkers en oudere collega's dan op mijn eigen intuïtie.
Bovendien was het "gezag" dat van hen uitging naar de jongeren best gemakkelijk.
Met zo'n soort gezag was een lastig te temmen groep veel gemakkelijker te hanteren.
Was ik macho-achtig genoeg voor deze benadering?

Steeds vaker kreeg ik het gevoel dat er met dit gezag iets grondig mis was.
Drillen, dreigen en groepsdruk.
Was dat gezag?
En meer nog, hielp je daar de jongeren echt mee?

Hoe meer ik er nu over nadenk, en soms spreek ik jongeren uit die tijd, hoe meer ik het idee krijg dat vele jongeren juist beschadigd werden in plaats van geholpen.
En ik was onderdeel van dat systeem.
Des te plezieriger om soms te horen dat ik niet bij die "schoften" hoorde.
Het woord "schoften" is niet van mij maar hoorde ik vaker als ik pupillen uit die tijd sprak.
Pupillen die het woord wraak in hun mond nemen.

"Waarom", kan je vragen, "ben je toen niet weggegaan"?
Daar waren verschillende reden voor.
Zoals ik reeds eerder zei kwam mijn begrip pas later.
In eerste instantie gaf ik mezelf de schuld.
Ten tweede veranderde de situatie geleidelijk ten goede.
Ten derde was ik net getrouwd en bouwde een gezin op.
De arbeidsmarkt was niet zo groot.

En ja, later sloeg mijn keuze  van toen op mezelf terug.
Dat werd een moeilijke tijd.
Verzacht door ex-pupillen die mij niet vereenzelfdigden met Rekken maar gewoon de Johan in de Dammuller zagen.

zondag 17 september 2017

Valverde del Camino

Vijfentwintig jaar geleden was ik er niet zo best aan toe.
Ik zat mentaal een beetje in de kreukels.
Via familie kwam ik in een klein dorpje 80 km zuidwest van Sevilla terecht.
Voor een week of drie.
De warmte van zon en mensen hebben me heel veel goed gedaan.

Eén man, een vertegenwoordiger en enkele jaren ouder dan ik, nam me op sleeptouw.
Dwars door het dorp en de omgeving van het dorp.
In het diepe, ongerepte, zuiden van Andalusië.
Het was een geweldige belevenis.
Deze omgeving was zo volstrekt anders en daardoor nieuw voor mij.
Mijn eigen besognes raakte een beetje op de achtergrond.
Het sluimerde maar ik had er geen tijd voor.
De herinnering aan deze dagen bezorgt me nog steeds kippenvel.

We trokken met elkaar op.
Hij liet me zoveel hij kon zien en meebeleven.
Een Andalusiër in hart en ziel.
Trots op zijn land.
Trots op zijn volk
Wij konden elkaar niet verstaan.
Was lastig maar maakte niets uit.
Versterkte slechts mijn belevenis.

Daarna heb ik hem nog vaak gezien.
Samen met een kameraad uit Enschede die ik drie keer op sleeptouw nam naar dat dorp.
Ook hij voelde de warmte van deze man.
Op één van deze reizen liet hij vol trots zijn nieuw gebouwde woning en winkel zien.
Filmen en fotograferen van deze woning was geen enkel punt.
Ook niet voor zijn vrouw en dochter.
Natuurlijk deed ik dat, zij het met een zekere schroom.
Tenslotte was het tamelijk privé.

Enige jaren ben ik niet in het dorp geweest.
De omstandigheden waren gewijzigd en het was moeilijker geworden om er te komen en een verblijf daar te organiseren.
Jammer genoeg is het voor mijn kameraad, die het daar in dat dorp eveneens zeer naar zijn zin had, niet meer mogelijk om met mij die kant op te gaan.
Ik hoop toch zo dat die mogelijkheid zich toch nog eens zal voor doen.
Samen.
Ook ik word een dagje ouder.

Geruime tijd geleden bereikte mij het schokkende bericht dat mijn oude vriend van 25 jaar geleden een hersenbloeding had gekregen.
Lichamelijk en geestelijk was zijn toestand er hard op achteruit gegaan.

Ondanks de lastige reis naar het dorp vanuit Hengelo ben ik er weer geweest.
Weer voelde ik mij omarmt door het dorp.
Weer voelde ik de warme deken van de hete zon.
Een graad of 37, 38 is wel erg warm.
Een paar dagen had ik daar behoorlijk last van.
Vooral omdat het 's nachts niet erg afkoelde.
Nu ik al enige dagen thuis ben, heb ik nog steeds last van slaapgebrek.

Velen in het dorp herkenden mij.
En ik hen.
Heerlijk om ons stamcafe'tje weer te bezoeken.
El Tablajero.
Ooit zette ik daar enkele videootjes van op Youtube.
We kwamen in gesprek met de eigenaar.
Ik vroeg hem of ik een t-shirt met El Tablajero er op gedrukt kon kopen.
Nee, zei hij, dat kan niet.
Je krijgt het,
Daar heb ik later mijn Enschedese kameraad even de ogen mee uit kunnen steken.
Enfin, hij kan nog zien.

Natuurlijk heb ik de man uit het begin van mijn verhaal opgezocht.
Daar zat hij.
Een oud, schraal mannetje.
Niet de vrolijke en trotse man die ik zo goed kende.
Zwak en mager.
Een man wiens geheugen niet meer de oude kracht had.
Ik kwam binnen.
Binnen in de kamer die hij ons jaren geleden vol trots had laten zien en filmen.
Hij keek op en riep met zwaar Andalusisch accent uit:
J O H A N
.




zondag 27 augustus 2017

Het zicht

Mijn linkeroog bezag de wereld anders dan het rechteroor.
Plotseling.
Vreemd doch logisch.
Naast een minuscuul schroefje bleek de bril ook een glas kwijt te zijn.
Oei, waar was dat glas?
Schoenen uit, je weet maar nooit, en sluipend op kousenvoeten laag bij de grond de vloer afgezocht.
En ja hoor, na korte tijd blikkerde het verloren glas mij via het behouden glas pal het rechteroog in.
Linker glas heroverd en secuur opgeborgen.
Nu het micro schroefje nog.
Wederom laag bij de grond enz.
Onnodig bleek want, hoe is het mogelijk, ook dat lukte.
Lukte echter niet op de grond.
Lag op de werkbank aldaar waar ik de vermissing van beiden eerder had ontdekt.
Met behulp van een klein schroevendraaiertje en wat handigheid vervolgens het zaakje wederom aan elkaar geklonken.
Zicht hersteld!

vrijdag 18 augustus 2017

Roken WC papier

Zoemende insecten rond mijn hoofd.
Dommelende in de zwartafgetekende schaduw die dat slechts kan zijn omdat de zon doet wat hij behoort te doen.
Schijnen!
Dat alles brengt mij terug naar dat slootje links van de weg van Alkmaar naar Bergen.
Zo ontzettend lang geleden.
Vijftig jaar?
Nee, zeker zestig jaar.
Ruim.
Dat slootje met het groene kroost en net als nu, zomerszoemende insecten.
We zaten daar.
Mijn vriendjes en ik.
Beetje bang want we mochten daar vast niet komen.
Toch was de wereld, onze wereld, mooi en vredig.
Zo'n tien jaar na de oorlog.
Vredig maar spannend.
Eén van ons had een rol closetpapier achterover gedrukt.
Inderdaad.
Achterover gedrukt.
Niet iedereen had zo'n rol in huis.
Krantenpapier, dat wel.
Velen hadden zelfs geen w.c.
Een ton.
Een vies stinkende ton.
Een ton, slechts een keer per week geleegd door de tonnenman.
Terug naar de sloot.
Wat moesten we met w.c. papier?
Tja, je verbeeld je dat je al heel groot bent.
Een echte man.
Een echte kerel, en die rookt.
Roken?
Hoe kwam je aan tabak?
Thuis werd er bij meerderen niet gerookt.
Ook bij mij niet.
Vandaar dat w.c. papier.
Dat kon je roken.
Mits stijf opgerold.
Met de eveneens gesnaaide lucifers.
Van belang i.v.m. fikkie stoken.
Wouw, hoe stoer.
En hoe vies.
Zuig je te hard?
Vlam in de keel.
Als ik de geur weer zou ruiken zou ik weer daar zijn.
Links van de Bergerweg.
Tussen de bosjes.
Bij het groenuitgeslagen slootje.
Onder de zoemende insecten.

vrijdag 11 augustus 2017

Zand

Het beeld uit het vliegtuigraam liet zand zien.
Veel, heel veel zand.
Wat een verschil met de groen aangeharkte stukjes land die ik een kleine 6 uur geleden achter me had gelaten.
De Sinaïwoestijn.

Beelden die in mijn jeugd waren opgeroepen rolde zich voor mijn ogen uit.
De Bijbelse verhalen over Mozes die met het Joodse volk 40 jaar lang deze woestenij was doorgetrokken werden voelbare realiteit.

Ondanks het aangename klimaat in de vliegende tube waarin ik me bevond spatte de droogte en de hitte mijn vliegtuigraam binnen.
In de glooiende gloeiende verte leek mijn geestesoog Mozes te zien.
Mozes leider van een lastig volk.
Mozes lijder aan een lastig volk.
Lastig, natuurlijk, ik zou dat ook zijn als ik 40 jaar in zo'n zandbak zou moeten sjouwen.
Zonder supermarkt voor mijn water.
Water, grote porties water.

Er schijnen meer melkwegen te zijn dan er korrels zand op de aarde zijn.
Dat gaat mijn voorstellingsvermogen ver te boven.
In mijn huisje met mijn tuintje in Twente was dat al het geval, maar hier?

Een zandkorreltje, zo klein.
Ontelbare door de natuur samengevoegde zandkorreltjes, zo groot.
Woestijn!
Met miljarden samengebalde korrels die de bergen vormen.
En daarboven een wellustig zijn karakter tonende zon die het af en toe aanwezige water doel- en zinloos de lucht in brandt.

Hier is geen leven mogelijk.
Denk je.
Verwacht je.
Tot je die kleine bewegende stipjes ziet.
Die dankzij het dalende vliegtuig veranderen in mensen en drommedarissen.

Leven is overal.
Ook hier.
Hier waar zand de macht heeft, vindt men leven.
Plantaardig en dierlijk.
Ook hier lijkt de mens de baas.
Echter.
Uiteindelijk is de natuur de grote winnaar.
Overal.
Altijd.

Toen ik het vliegtuig uitstapte sloegen de 40 graden me om de oren.

Johan Dammuller

dinsdag 4 juli 2017

Postzegels

Zo vlak na de oorlog was er weinig geld.
Al helemaal weinig voor zoiets als zakgeld.

Mijn wereld bestond uit Alkmaar waar ik opgroeide, Enhuizen waar mijn opa en oma woonde en een oude besmeurde atlas die ik ergens tussen stinkend afval had opgeduikeld.
De atlas maakte me samen met de aardrijkskunde lessen op school bewust van een verre wereld die bestond maar die ik niet kende en waar ik nieuwsgierig naar was.

Ik besloot postzegels te gaan sparen.
Kleurige kleine papierwerkjes rechtstreeks afkomstig uit die verre geheimzinnige buitenwereld.

Met veel moeite en nog meer geluk kreeg ik een kleine buitenlandse verzameling bij elkaar.
Aangevuld met Nederlandse zegels.
Daar was iets eenvoudiger aan te komen.

Mijn geluk kende geen grenzen toen ik, op nu vergeten wijze, in het bezit kwam van een oude catalogus.
Wouw, je zou toch eens eigenaar zijn van die hele oude zegels.
Kijk eens naar die prijzen....
Maar wacht eens.
Misdrukken waren ook waardevol vanwege de zeldzaamheid.
Hier lag mogelijk een kans.
Mijn hele verzameling werd minutieus vergeleken met de misdrukken uit de catalogus.
Je wist immers maar nooit.
Helaas.
Mis met de misdrukken.

Vlak bij de school was een donker winkeltje.
Daar verkochten ze postzegels.
De onafgeweekte zaten in een dikke enveloppe.
Soms lukte het me om voldoende geld bij elkaar te sprokkelen om zo'n schat te kunnen bemachtigen.
Weer werd alles nauwkeurige met de catalogus vergeleken.
Weer klopte mijn hart van spanning.
Je wist immer nooit......

Het oude winkeltje had een speciale geur.
Oud van zichzelf en met een speciaal aroma
door een geur van oude postzegels en oud papier.
Ach, het winkeltje is niet meer.
De herinnering aan die geur is er nog wel.
Diep weg gestopt in mijn geheugen.

In Hengelo is een postzegel winkel.
Een paar dagen geleden stond ik voor de etalage.
Het was mooi weer.
De deur stond open.
En naar buiten dwarrelde een geur.
Díe geur.

De omgeving verflauwde.
Ik stond weer voor dat oude winkeltje.
Met een kloppend hart van spanning.
Want je weet maar nooit....
.

De gejatte fiets.

Een reeds eerder geplaatst verhaal:

Een vriend van mij heet Chaos.
Dat wil zeggen, zo zou hij moeten heten.
De verstrooide professor is zijn grote voorbeeld.
Als het niet zijn bloedeigen natuur zou zijn dan zou je zweren dat hij bij deze man college had gelopen en Cum Laude was afgestudeerd.

Heerlijk zat ik in het zonnetje (die schijnt ook wel eens) toen ik gebeld werd.
De heer Chaos.
In paniek.

"Help me alsjeblieft, ik ben de sleutel van mijn fiets kwijt.
Ik denk dat hij in de fietstas van een vrouw is gevallen.
Haar fiets staat naast de mijne maar ik kan toch niet zomaar in die tas gaan zitten graaien?
Misschien heeft ze gezien dat de sleutel nou in haar tas zit.
Dan kan ze mijn fiets jatten.
Kom alsjeblieft om er op te passen dan kan ie in iedergeval niet gestolen worden.
Ik ga mijn reservesleuteltje halen".
Het leek me totaal overbodig om te komen.
Maar ja, als ik hem daar een plezier mee kon doen.
"Waar staat je fiets?"
"Bij de Hema".
"Oké, ik kom er aan".

Op naar de Hema.
En dus sta ik even later als een trouwe hond op wacht bij de fiets.
Fietswachter!
Onbesoldigd.

Na ruim een kwartier begon ik me ietwat ongemakkelijk te voelen.
Na een dik halfuur had ik het idee dat iedereen naar me keek.
Strategisch veranderde ik van positie.
Vanaf de overkant kon ik het vervoermiddel ook wel in de gaten houden.
Het volle wachtuur naderde.
Ik slenterde wat heen en weer.
Dhr. Chaos was telefonisch onbereikbaar.
Natuurlijk.
Zo hoorde het.

De onrust sloeg toe, maar ook de ongerustheid.
Zeker na dik anderhalf uur trouwe wachtersdienst.
Wat was er aan de hand?
Zou hij het reserve sleuteltje niet kunnen vinden?
Niet ondenkbaar natuurlijk.
Zelfs zeer waarschijnlijk.
Maar dan zou hij toch wel bellen?
Hoewel....?
Is er iets anders aan de hand?

Inmiddels draaide ik reeds bijna honderd minuten mijn fietswachtdienstrondjes.
Dat ging niet langer zo.
Ik nam een besluit.
Een kloek besluit.
Stak de weg over richting Hema, tilde de fiets op, nam het ding onder de arm en wandelde naar huis.
Niet geheel en al ontspannen.
Want....
Het verloop liet zich raden.

- "Hé, fiets gejat?"
- "Tevreden met zo'n oud beestje?"
- "Kon je geen nieuwere vinden?"
- "Politie bellen?"
Ik grijnsde wat terug.
Had lichtelijk de pest in en kon zo gauw geen passende antwoorden bedenken.
Was er ook niet zeker van of ik een afdoende verklaring kon bedenken als de politie me inderdaad in de kraag zou grijpen.
Van de eigenaar kon ik geen steun verwachten.
Althans niet op korte termijn.
Hij was immers onbereikbaar?

Mijn schouders zijn al jaren niet de meest bruikbare onderdelen van mijn, toch wel krachtig en athletisch gebouwde(?!), lichaam.
Thuis eerst maar even deze lichaamsdelen de broodnodige rust geven evenals mijn bruisend gemoed.
Ik zat net onderuit gezakt op de bank toen de telefoon rinkelde.
(Mijn telefoon is een rinkelende.)
Mijn vriend.

       "Nou hebben ze mijn fiets nog gejat ook"
.

zondag 2 juli 2017

Andalusische hitte

Het was heet.
Zeer heet.
Veel heter dan de hier zo hevig hete Hollandse hitte kan zijn.

In het primitieve, maar gekoelde barretje, ontmoeten we twee puffende Nederlanders.
Een jonge vrouw en een man van ongeveer dezelfde leeftijd.
Ze zaten, hoe kan het anders, aan het bier dat in grote gekoelde glazen frequent werd aangeleverd.
We deden mee, al hadden we hun voorbeeld niet nodig.
Onze plannen gingen immers dezelfde richting uit.

Buiten stonden twee fietsen.
Degelijk fietsen.
Hollandse fietsen.
Een zeldzaamheid in het Spaanse dorp.
Onze conclusie behoefde weinig intellectuele inspanning.
Twee Nederlandse fietsen.
Twee Nederlanders.
Dat kon geen toeval zijn.

Ze bleken een trektocht te maken door het zo fraaie Analusische landschap.
Hadden ze de heuvels onderschat?
Hadden ze de hitte onderschat?
Reisboekenhitte is een andere hitte dan Andalusische hitte.
Nu waren ze hijgend en vermoeid op zoek naar een slaapplaats.

Nederlanders onder elkaar.
Hulp was onderweg.
Had mijn zwager niet juist een nieuw tweepersoonsmatras aangeschaft?
Een matras dat nog ingeslapen moest worden?.
De uitnodiging gepleegd.
De uitnodiging aangenomen.

Het was heet die nacht.
De warmte van dagen was als in een accu opgeslagen in muren en daken.
Had zich onzichtbaar genesteld in alles waar genesteld kon worden.
De hitte was echt.
Het matras was vers.
Welterusten.

De volgende dag waren ze vroeg op.
De fietsers.
Vroeger dan wij.
Hadden ze niet goed geslapen?
Wij wel, ondanks de van hitte zwangere atmosfeer.

Nee.
Dat hadden ze niet.
De slaap was hen niet goed gezind geweest.
En inderdaad.
Ze zagen er wat rood en opgezwollen uit.
Na het ontbijt vertrokken ze.

Toen we het nieuwe matras in de zon legden zagen we dat we vergeten waren de dikke plastic verpakkingszak van het matras te verwijderen......

Ondanks afspraken in die richting, ondanks dat ik een aan hen geleend woordenboekje opgestuurd terug zou krijgen, hebben mijn zwager en ik nooit meer iets van hen vernomen.
.

vrijdag 30 juni 2017

De bloemen uit Enkhuizen

Ruim 30 jaar geleden liep ik in Enkhuizen langs het geboortehuis van mijn moeder.
Omdat ik prachtige herinnering heb aan dat huis bleef ik er vrij lang voor staan.
Vol van herinneringen.
Het viel op, de deur ging open en de bewoner van het pand vroeg argwanend wat er aan de hand was.
Nadat ik het hem had uitgelegd nodigde hij me uit om binnen te komen.
Het was een ontroerende ervaring.
Behalve de inrichting was er niets veranderd.
Tijd verwaaide en ik met haar.
Zelfs de tuin was bijna hetzelfde.
De man zag mijn emotie en vroeg of ik een stekje van een plant mee wilde nemen.
Nu, na al die jaren, verschijnen bij mij op de meest vreemde plaatsen, tussen tegels, onder bomen enz. nakomeling van dit stekje.
Dierbare planten.
Voor velen onkruid.
Voor mij nostalgieplantjes.
Als herinneringen, op soms onmogelijke plekken.

donderdag 29 juni 2017

De kunstenaar

De kunstenaar was een tweede- rangsburger in de gesloten gemeenschap op dat Zeeuwse eiland.

Burgemeester, notaris en dominee waren de mensen waar tegen werd opgekeken.
Zij waren de mensen die alles regelden omdat ze alles wisten.
Bovendien zaten ze elke zondag in de kerk.

De kunstenaar niet.
Die vierde zijn eigen kerk samen met God in de vrije natuur.

Toen kwam de vloed, de vreselijke vloed die het vredige dorp belaagde en besprong.

Toen was er ook die kunstenaar.
Daar waar burgemeester, notaris en dominee het lieten afweten daar was die tweederangsburger.
Die rare asociale schilder die met doek, verf en penseel Gods schoonheden vastlegde.
Die man die de leiding nam toen anderen het lieten afweten.
Die man wiens natuurlijke gezag door ieder werd herkend en erkend.

De kunstenaar.
De levenskunstenaar.

woensdag 25 januari 2017

Humor leuk of niet leuk

Humor.
Vele deskundige (?) verhandeling zijn er over geschreven.
Laatst werd mij gillend van plezier een mop vertelt.
Een mop die ik best begreep maar in de verste verte niet leuk vond.
Dat gebeurt, de ander had plezier.
In zo'n geval lach ik als een boer die kiespijn heeft.
Je moet toch wat.

Ik ben bij mezelf te rade gegaan.
Waar hou ik van?
Dat is o.a. zelfspot en op het verkeerde been gezet worden.
Enige weken geleden plaatste ik een filmpje van sappig stukje Twentssprekende conferancier.
Ik kreeg er geen commentaar op dus kennelijk hoor ik bij de andere lachenden.

In het kort:
In het westen (daar kom ik vandaan) noemt men iemand de zes flessen bier per dag drinkt een alcoholist.
Bij ons in Twente (zelfspot) zijn dat gewoon buschauffeurs. (Op het verkeerde been gezet).
En ja, dat vind ik leuk.
Meerderen uit deze omgeving liet ik het filmpje zien maar geen lach toverde het te voorschijn.
Humor, zo verschillend.

Iets anders dat ik zelf leuk vind, bedacht en plaatste is:
Er schijnen landen te zijn waar men rauwe dieren eet.
Nog erger ze eten zelfs levende dieren.
Nee, geef mij dan maar een nieuwe haring of een oester.

Mensen reageerden met:
- Dat is toch hetzelfde.
Dan denk ik, maar juist omdat dit hetzelfde is moet ik er iets mee bedoelen.
En dat is onze arrogantie en dedain waarmee we de neiging hebben over anderen en andere landen te praten terwijl wij, mogelijk in andere vorm, exact hetzelfde doen.

zondag 22 januari 2017

Beleefdheid

Het kan nog.
Het bestaat nog.
Ik heb het enige tijd geleden zelf aan den lijve ondervonden.
Zoals ik dat vroeger zelf aan den lijve ondervond.
Zij het aan de andere kant van mijn leeftijd.
Wat zult gij zeggen, uw begrijpelijke nieuwsgierigheid nauwelijks kunnende bedwingen?
Dat begrijp ik.
Immers mij in u verplaatsende zou ik eveneens pijnlijk rillen van een bulkende nieuwsgierigheid.
Zou ik dan uw honger laten voortduren?
Zou ik dat kunnen?
Zou ik zo in elkaar steken?
Nee ik steek niet.
En zeker niet in elkaar.
Het zoude mij niet goed bekomen.
En u, geacht mogelijk slachtoffer, eveneens niet.
Slechts de rechterlijke macht zou er beter van worden.
En die hebben het net als bankenbonsen verzekeringsmaatschappijenbonsen en bonzende overheden al goed genoeg.
Daarom, en bij deze, zal ik uw gierigheid naar nieuws bevredigen.
En wel nu meteen en direct bovendien.
Dat gij u vasthoude aan onwankelbare objecten.
Zoals daar zijn pilaren en bij ontstentenis daarvan huizen.
Mogelijk zelfs kerken.
Dan geven zij tenminste nog wat houvast.
Hier komt het.....

In de trein waren geen zitplaatsen meer beschikbaar.
Een beschaafde jongere bood mij de zijne aan.
.

zaterdag 21 januari 2017

De sleutel

"Meneer, mag ik u iets vragen?"
Ach ja, denk je, waarom niet.
Iedereen mag me iets vragen.
Zelfs Trump.
Ze keek me aan en zei:
"Wilt u iets voor me doen?"
Kijk, bij het beantwoorden van zo'n vraag ben ik altijd wat voorzichtig.
"Wilt u even in mijn rechterzak graaien?"
Tja, als zo'n vraag je gesteld wordt door een volstrekt vreemde en lieftallige jongedame dan aarzel je niet lang.
Je bent dan wel oud maar nog niet der dagen zat en gebouwd van eerlijk vuursteen.
"Daarin zit mijn sleutel, wilt u de klep van de auto openen dan kan ik mijn handen legen?"
Ik graaide.
Toch wel vreemd dat graaien in een onbekende zak van een onbekende dame.
Ik voelde.
Ik pakte.
En met een soepele jeugdige handbeweging opende ik de klep.
Met een wijdsgebaar smeet ze haar boodschappen in de bak.
Ik kon nog net zeggen dat ze voorzichtig moest zijn met de eieren.
Met mijn:
"Lang geleden dat ik in de zak van een dame heb gegraaid" namen we afscheid.
Lachend.
De markt was dichtbij.
Ik kocht een haring.
Hij glibberde.

Misplaatste achterdocht

Jaren geleden werd ik geschokt door de volgende gebeurtenis waar ik de afloop niet meer van weet maar dat mijn houding naar mijn kleinkinderen en andere kinderen zeker beïnvloedde.

In een drukke wijk met veel kinderen speelde een klein meisje.
Zoals dat gaat met kinderen die spelen hielden ze zich niet bezig met zulke onbelangrijke zaken als kleding.
Die werd vies of zakte af.
Zo ook bij dit meisje.
De broek en luier hingen op half elf.
De buurman die voorbij liep vond dat maar niks liep op kind af zei: "Kom meid, zo kan dat niet." en trok de zaak omhoog.
Prompt werd er door een toeschouwer de politie gebeld en de man werd opgepakt.

"Opa, ik moet plassen" zei mijn kleindochtertje.
We liepen in de nieuwbouw wijk langs een grote vijver met veel huizen er omheen.
Kinderplasgelegenheden zat.
Het bovenstaande gebeuren schoot me te binnen.
Ik nam het kind bij de hand, dat durfde ik nog net, en deelde haar mee dat we naar huis gingen en als ze het niet meer op kon houden dat ze dan in haar broek mocht plassen.

Een jaar of 17 geleden.
Ben het nooit vergeten.
.

woensdag 18 januari 2017

De kruik

Mijn zere spieren verdienden en verdienen een kruik.
Alles wordt minder, wat onze zich op de borst kloppende regering ook beweert.
Dat is sneu.
Voor mij en alle koopgelegenheden.
Ik hou niet van sneu.
Sneu is zielig.
Sluitende koopgelegenheden slaan grote leegheid in de steden.
Dat is stuitend.
Daarom op naar Blokker teneinde te informeren of men ook in kruiken handelde.
Zo ja, dan zou ik als afnemer van zo'n zak iets kunnen betekenen voor het rendement van de zaak.
Ik nam daarvoor een Blokkermeisje in de arm.
In de arm!
Niet in de armen.
Dat kan je niet maken in een dergelijke openbare gelegenheid.
Zij lichtte mij voor, sprak ja we hebben, en nam me bij de hand.
Figuurlijk natuurlijk.
Letterlijk kan je niet maken in zo'n gelegenheid die ook nog eens openbaar is.
Bovendien kende ik haar pas enkele minuten.
We waren wel ongeveer van dezelfde leeftijd.
Ik schatte haar op 28.
Terug naar de hand.
Haar hand.
Die ze me virtueel aanreikte en die me leidde naar een mand.
Een metalen mand alwaar ik reeds meerdere malen onbegeleid langs was gelopen.
In de mand, een metalen, lagen kruiken.
Een grote stapel kruiken.
In diverse verleidelijk ogende vriendelijke kleuren.
Met grote gelukkige jonge vrouwen ogen wees ze op de kruiken.
Ach daar sta je dan.
Hoe te kiezen?
Maar gelukkig stond daar de jongedame deskundig bij te kijken.
Het was te zien.
Deze klantvriendelijke helpster had verstand van kleuren en van kruiken.
Daarom kon ik haar ook rustig vragen welke kleur qua kruik mij het beste stond.
Ze raadde me een fraaie rode aan en ik moest het water niet te warm maken.
Ik zoude mij kunnen verbranden in bed.
Een rode dus.
We waren het eens met elkaar.
Wij wel.
De oudere verkoopster, die er bij kwam te staan, keek me aan.
Keek naar mijn haar.
Keek naar mijn baard en zei:
"Ik zou een grijze nemen."

Vanavond gaat er een blauwe kruik mee naar bed.
.

zondag 15 januari 2017

Liefde

In het Bijbelse Nieuwe Testament staat liefde centraal.
Gelukkig zijn er veel christenen die dat weten en er naar leven en handelen.
Die vluchtelingen opvangen, tegen staatsopdrachten in.
Die zwervers verzorgen.
Die zieken opzoeken.
Die 10% van hun inkomen afstaan omdat dit in de Bijbel staat.
Die zich volledig wegcijferen.
En geloof me, ik ken ze en heb ze gekend.
Wat verschrikkelijk dat vele z.g.n. christenen dat niet begrepen hebben.
Ze hebben een verleden achter gelaten vol van geweld en extreme wreedheden.
Ook nu vinden er scheuringen en narigheden plaats binnen hun gemeenschappen.
En ze weten vaak zo goed waar anderen de fout in gaan.
Bedenk echter dat dit niet hun opdracht is.
Deze christenen falen in hun grote opdracht:
                         - LIEFDE -
Niet de liefde die door wapens en geweld wordt gebracht.
Wat natuurlijk onmogelijk is.
Jammer dat door niet-christenen naar christenen wordt gekeken als mensen die praten maar niet te vertrouwen zijn.
Helaas vaak niet betrouwbaar blijken te zijn.
Zo worden allen christenen op de grote christelijke hoop gegooid.
Jammer, heel jammer.
Als alle christenen zich zouden houden aan hun opdracht zouden ze in deze rumoerige en oneerlijke wereld van grote betekenis kunnen zijn.
Jammer.

vrijdag 6 januari 2017

Hulpeloze moeder

Het weer was niet best.
Tegen regenen aan en met keiharde wind.
Dat was ongetwijfeld de reden waarom er maar weinig auto's geparkeerd stonden  op het parkeerterrein achter de Hema.
Ook ik was veel liever thuis gebleven maar de plicht riep me naar de supermarkt.
Laten roepen was verleidelijk maar was tevens slechts uitstel van executie.
Ik was niet helemaal de enige die last had van plichtsbesef.
Maar was op dat moment wel de enige die manhaftig de elementen te voet te lijf ging.

De auto werd eenzaam op het bijna lege terrein geparkeerd.
Uit het vehikel stapte een jonge vrouw.
Ze liep naar de achterkant van de auto en sleepte moeizaam een kinderwagen uit het ruim.
Zette het achter de auto en opende het achterportier teneinde vulling te gaan geven aan de nog lege kinderwagen.

Ik stond op enige afstand strategisch opgesteld  en keek met belangstelling de strijd met kind, wagentje en wind aan.
Wapperende lange haren.
Blérend kind.
Ach, ach.
Hoe mooi is kindervreugd en moederliefde.

Moeizaam werd het kind opgepakt en de strijd met de wind hervat.
Hoe groot was de verbijstering en, het is slecht van me, mijn vreugde toen de plaats waar de kinderwagen was geplaatst een lege plaats bleek te zijn.
Volle armen.
Blérend kind.
Lege wagen die bovendien een verdwenen wagen was.

Ik had het aan zien komen.
Had het niet kunnen voorkomen omdat ik iets te ver weg stond.
Weet ook niet zeker of ik het had willen voorkomen.
Het was te leuk.
Een wagen die er hoorde te zijn maar er niet was.
Meegesleurd door de woedende wind.
Weg.

Daar stond ze, behalve met het kind, verder moederziel alleen.
Zonder wagentje maar met verbijstering en verwarring.
Verdwenen.
Compleet opgelost.
Ik schiet nog steeds in de lach als ik aan haar gezicht denk.

Toen was het tijd om op te treden.
En als redder in de nood riep ik het wagentje halt toe en bracht het naar de hulpeloze moeder.